Toch kinderopvang bij verlies van baan

Als u onverhoopt uw baan verliest, hoeft u uw kinderen niet meteen van het kinderdagverblijf of de bso te halen. Wie stopt met werken, ontslag krijgt of zijn bedrijf beëindigt, heeft nog drie maanden recht op kinderopvangtoeslag. Daarbij wordt uitgegaan van het aantal gewerkte uren in de maand, voordat het dienstverband eindigt.

Ouders die binnen drie maanden een opleiding, een re-integratietraject of een inburgeringscursus gaan volgen, kunnen voor die periode maximaal 230 uur per maand per kind aan toeslag krijgen. Daarbij moet worden uitgegaan van de werkelijke uren dat ze naar school gaan of een baantraject volgen.

Voorbeeld
Het recht op kinderopvangtoeslag stopt als u drie maanden na het einde van het dienstverband nog werkloos bent. Veel ouders weten echter niet dat ze ook daarna nog een vergoeding kunnen krijgen voor het kinderdagverblijf en de bso. Dat is het geval als er minder uren zijn afgenomen dan het aantal uren waar de minst werkende ouder over het gehele jaar genomen recht op heeft. Wie bijvoorbeeld vier dagen per week werkt en zijn kind twee dagen per week naar de opvang brengt, bouwt ’overuren’ op. De uren moeten wel worden opgebruikt binnen het kalenderjaar dat ze zijn opgebouwd.

Nog een voorbeeld
Een ouder wordt op 1 april werkloos en is dat op 1 juli nog steeds. Hij of zij werkte gemiddeld 24 uur per week. Voor het kind dat naar het kinderdagverblijf gaat, heeft deze ouder recht op toeslag van januari tot en met juni, in totaal voor 876,6 uur. De berekening is als volgt:

26 (weken van januari tot en met juni) x 24 (werkuren per week) = 624 werkuren van deze ouder.

624 x 1,4 (vermenigvuldigingsfactor toeslag per gewerkt uur, voor de bso is dit 0,7) = 873,6 uur waarop deze ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag. Als deze uren zijn opgebruikt, moet de toeslag worden stopgezet. ’Overuren’ moeten worden opgemaakt vóór het einde van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. De toeslag moet uiterlijk eind december bij de Belastingdienst zijn stopgezet.

Vragen?
Heeft u nog vragen over deze regeling? Neem dan contact op met het Centraal Bureau via telefoonnummer 0224 - 298 363 of per e-mail via info@skrs.nl.